top of page

Hoofdvraag en deelvragen

De vraag die je gaat onderzoeken is belangrijk en cruciaal voor het doorlopen van de cyclus en het behalen van de succeservaring.

​

Er zijn een aantal stappen die je gaat volgen om een onderzoeksvraag, of ook wel hoofdvraag, te bedenken:

  1. Stel op basis van wat jou verbaast, interesseert of nieuwsgierig maakt een vraag, zonder rekening te houden met de eindtaak.

  2. Check of jouw vraag voldoet aan de vier voorwaarden die hieronder beschreven zijn. Doe het één voor één en zorg ervoor dat je het, als dat nodig is, na elke voorwaarde aanpast.

  3. Jouw hoofdvraag voldoet nu aan de voorwaarden. Controleer of de vraag nog steeds, in essentie, de vraag is die je bij stap 1 had willen onderzoeken.

​

Er zijn vier voorwaarden opgesteld waaraan de onderzoeksvraag moet voldoen:

  • De vraag is onderzoekbaar: het is geen ja/nee vraag en er is niet direct een antwoord op de vraag; er is onderzoek nodig om de vraag te beantwoorden. Niet onderzoekbare vragen zijn bijvoorbeeld: “Ligt Argentinië in Zuid-Amerika?”, “Wat is de hoofdstad van Spanje?” Wel onderzoekbare vragen zijn bijvoorbeeld: “Waarom is Spaans een wereldtaal?”, “Hoe kun je zien aan de Netflix-serie La casa de papel dat het in en uit Spanje is?”

  • De vraag is afgebakend: het is niet heel erg algemeen, maar specifiek. Het moet namelijk wel haalbaar en realistisch zijn om de vraag te kunnen beantwoorden. Niet afgebakende vragen zijn bijvoorbeeld: “Welke verschillen zijn er in de feestdagen?” De vraag wordt afgebakend door hem specifieker te maken: “Welke verschillen in feestdagen zijn er tussen Nederland en Spanje?”

  • De vraag is neutraal: het moet objectief zijn en niet subjectief. In de vraag mag je niet al een verwachting van het antwoord benoemen of ergens vanuit gaan. Geen neutrale vraag is: “Welke positieve effecten hebben de uitwisselingen met Spaanse leerlingen?” De vraag wordt neutraal door hem op deze manier te stellen: “Wat zijn de effecten van de uitwisselingen met Spaanse leerlingen?”

  • Er is éen hoofdvraag: je wilt namelijk antwoord op één vraag. Als je er meerdere vragen van maakt, dan maakt het jouw onderzoek lastiger en kan jouw antwoord minder sterk zijn. Stel dus bijvoorbeeld niet de hoofdvraag: “Wat zijn de culturele verschillen tussen Nederlanders en Spanjaarden en waarom willen zoveel Nederlanders naar Spanje op vakantie?” Maak of kies er één vraag van: “Wat maakt de Spaanse taal en cultuur zo populair voor Nederlanders?

​

Wat zijn deelvragen?

Probeer bij de hoofdvraag een aantal deelvragen te formuleren. Deelvragen zijn hulpvragen om de belangrijkste vraag, de hoofdvraag dus, te kunnen beantwoorden. De deelvragen helpen je om structuur aan te brengen in je onderzoek én in je verslag. Bovendien verkleinen deelvragen de kans dat je iets over het hoofd ziet.

​

Wat zijn goede deelvragen?

 - Deelvragen moeten aan dezelfde eisen voldoen als de hoofdvraag.

 - Ze moeten de hoofdvraag ondersteunen. Je moet geen deelvragen stellen die niet nodig zijn..

 - Ze moeten in een logische volgorde staan: chronologisch, zodat ze een lopend verhaal opleveren.

 - Het aantal deelvragen moet niet te groot zijn. Beperk je tot 3-5 deelvragen.

​

Het formuleren van de hoofdvraag en de deelvragen is lastig. Maar onthoud dat je gaandeweg altijd je vragen kunt veranderen of bijstellen!

bottom of page