Profielwerkstuk
Profielwerkstuk
Op de middelbare school in Nederland ben je verplicht om in jouw examenjaar een eindwerkstuk/‘meesterproef’, genaamd profielwerkstuk, te maken. Dit werkstuk heeft betrekking op ten minste één groot vak van jouw vakkenpakket, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in jouw profiel (Examenblad). Het profielwerkstuk kan eigenlijk gezien worden als een ‘groot onderzoek’ waarmee je jouw kritische en onderzoekende vaardigheden laten zien.
​
Een profielwerkstuk is natuurlijk veel meer dan alleen iets schrijven. Voordat je het werkstuk kunt schrijven, ben je eerst druk bezig met je eigen onderzoek. En vaak wordt aangegeven dat leerlingen dit moeilijk vinden of niet weten hoe ze dit precies moeten doen. Als de kritische en onderzoekende houding (die je nodig hebt voor het profielwerkstuk) in de eerdere leerjaren al wordt ontwikkeld, wordt het eigenlijk dus uiteindelijk makkelijker om een onderzoek te starten!
​
Er wordt daarnaast gemerkt dat het doen van een profielwerkstuk over een taal en/of cultuur weinig wordt gekozen door leerlingen, ook al is er in de afgelopen jaren wel een (lichte) toename te zien is. De taalvakken worden vaak als minder relevant gezien, omdat leerlingen niet goed weten welke onderwerpen er zijn of welke kant zij op kunnen met een taal en/of cultuur. Vaak wordt er bij een taal gedacht aan woorden/zinnen/grammatica, terwijl er talloze mogelijkheden zijn (vooral op het gebied van cultuur).
​
Het stappenplan dat KriTiCO aanbiedt bevat ook de stappen die uiteindelijk voor het profielwerkstuk gezet moeten worden. Handig dus! Met KriTiCO wordt gehoopt dat er een klassenklimaat gecreëerd wordt waarin het bedenken en beantwoorden van vraagstukken als vanzelfsprekend wordt gezien, en waarin de nieuwsgierige houding ten opzichte van een taal en cultuur wordt gestimuleerd, zodat je uiteindelijk jouw profielwerkstuk schrijft over een taal en/of cultuur.
Op de middelbare school in Nederland ben je verplicht om in jouw examenjaar een eindwerkstuk/‘meesterproef’, genaamd profielwerkstuk, te maken. Dit werkstuk heeft betrekking op ten minste één groot vak van jouw vakkenpakket, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in jouw profiel (Examenblad). Het profielwerkstuk kan eigenlijk gezien worden als een ‘groot onderzoek’ waarmee je jouw kritische en onderzoekende vaardigheden laten zien.
​
Een profielwerkstuk is natuurlijk veel meer dan alleen iets schrijven. Voordat je het werkstuk kunt schrijven, ben je eerst druk bezig met je eigen onderzoek. En vaak wordt aangegeven dat leerlingen dit moeilijk vinden of niet weten hoe ze dit precies moeten doen. Als de kritische en onderzoekende houding (die je nodig hebt voor het profielwerkstuk) in de eerdere leerjaren al wordt ontwikkeld, wordt het eigenlijk dus uiteindelijk makkelijker om een onderzoek te starten!
​
Er wordt daarnaast gemerkt dat het doen van een profielwerkstuk over een taal en/of cultuur weinig wordt gekozen door leerlingen, ook al is er in de afgelopen jaren wel een (lichte) toename te zien is. De taalvakken worden vaak als minder relevant gezien, omdat leerlingen niet goed weten welke onderwerpen er zijn of welke kant zij op kunnen met een taal en/of cultuur. Vaak wordt er bij een taal gedacht aan woorden/zinnen/grammatica, terwijl er talloze mogelijkheden zijn (vooral op het gebied van cultuur).
​
Het stappenplan dat KriTiCO aanbiedt bevat ook de stappen die uiteindelijk voor het profielwerkstuk gezet moeten worden. Handig dus! Met KriTiCO wordt gehoopt dat er een klassenklimaat gecreëerd wordt waarin het bedenken en beantwoorden van vraagstukken als vanzelfsprekend wordt gezien, en waarin de nieuwsgierige houding ten opzichte van een taal en cultuur wordt gestimuleerd, zodat je uiteindelijk jouw profielwerkstuk schrijft over een taal en/of cultuur.
Stap 2. Verkennen: "Wat wil ik weten?"
In deze fase ga je erachter komen welke vragen je hebt (ga voor meer hulp voor het Profielwerkstuk naar Onderzoek: hoofdvraag en deelvragen) en welk materiaal of welke materialen je gaat gebruiken om deze vragen te beantwoorden. Gebruik hierbij de bronnenwijzer/-tool. In deze (creatieve) fase kom je met vragen, ideeën en voorspellingen. Je gaat eigenlijk vooral breed verkennen. De docent zal je op weg helpen en kijken of de vragen specifiek, meetbaar en realistisch zijn.
​
Activiteiten:
- Je gaat nadenken over vragen over een taal, cultuur en/of ‘de wereld’, in samenhang met de succescriteria van de eindtaak.
- Zorg ervoor dat je weet welk onderwerp je gaat kiezen.
- Zorg ervoor dat je begrijpt wat bijvoorbeeld hoofd- en deelvragen zijn.
- Zorg ervoor dat je weet welke vragen je gaat stellen voor jouw onderzoek.
- Zorg ervoor dat je weet welke bronnen en materialen je gaat gebruiken.
- Wees 'KriTiCO' en gebruik de bronnenwijzer/-tool om je op weg te helpen.
- Je gaat vragen stellen, ideeën opperen en voorspellingen doen.
​
Doelen:
-
Je kunt vragen stellen over een taal, cultuur en/of ‘de wereld’, in samenhang met de succescriteria van de eindtaak.
-
Je kunt het onderwerp benoemen dat je hebt gekozen.
-
Je kunt een hoofdvraag en deelvragen benoemen die je gaat stellen over het onderwerp.
-
Je kunt de bronnen en materialen benoemen die je gaat gebruiken.
-
Je kunt op een kritische manier de bronnen bekijken en uitkiezen.
-
Je kunt ideeën en voorspellingen geven over je onderzoek.
​
Toepassen/tips:
Je houdt alle stappen en doelen bij via een logboek/online document.
Zorg ervoor dat je voor je hoofdvraag en deelvragen feedback hebt ontvangen van de docent en/of klasgenoten.